Google bepaalt ons doen en laten meer dan we denken.
Dat zegt Bob Hardus, zelfstandig search marketing consultant, journalist en schrijver van het boek De Google formule. Hij werkt voor prijsvergelijkingssites, mediabedrijven en overheidsinstellingen.
Waarom heb je dit boek geschreven?
Informatie en online diensten zijn niet gratis. Juist niet in het tijdperk van Artificial Intelligence (AI). Door duidelijk te maken hoe een bedrijf als Google werkt, hoop ik mensen meer inzicht te geven in het ‘voor wat hoort wat-principe’ dat aan de basis ligt van alle Big Tech-bedrijven. Wij staan heel veel persoonlijke informatie af in ruil voor ‘gratis’ diensten, zoals een antwoord op een vraag naar het beste recept voor vegetarische sushi of de snelste route naar huis. Maar we beseffen vaak niet hoeveel invloed we daarmee aan Google geven.
Hoe Google met behulp van die informatie ons leven beheerst bedoel je?
Precies. Die vraag ligt ten grondslag aan dit boek. Tijdens het onderzoek kwam ik erachter dat de techreuzen ons leven onder invloed van Artificial Intelligence (AI) nog veel meer gaan sturen. Wij stellen straks geen vragen meer, maar consumeren alleen nog maar panklare oplossingen. Onze persoonlijke data zijn daarvoor het belangrijkste ingrediënt. Data die met elke zoekopdracht, klik, view of like wordt verzameld door bedrijven als Google, Apple, Microsoft, Meta en tegenwoordig ook TikTok. Zij maken natuurlijk prachtige apps, telefoons en andere mooie en fijne dingen die ons leven makkelijker en aangenamer maken. Uiteindelijk zijn het wel beursgenoteerde multinationals met maar één doel: zoveel mogelijk geld verdienen.
Waarom was jij de aangewezen persoon om dit boek te schrijven?
Als online marketeer gebruik je Google als een instrument. Een tool. Met een heel duidelijk doel; mensen iets laten doen. Meestal iets kopen. Zo staan marketeers aan de basis van gedragsverandering. Wij beïnvloeden consumenten die internetdiensten zoals Google gebruiken. Consumenten denken dat ze het meest oprechte antwoord of beste product bovenaan vinden. In de zoekmachine, via Google Maps of in de Play Store. Dat is dus niet zo. Juist door Google te gebruiken als marketeer, maak je het bedrijf nog machtiger. Dus uiteindelijk ben ik dan in feite geld aan het verdienen voor Google. Ik ben opgeleid als journalist en pas daarna gespecialiseerd in marketing, specifiek voor zoekmachines. Oftewel SEO (Search Engine Optimization) en SEA (Search Engine Advertising). Ergens voelde ik mij geroepen om uit te zoeken wat de gevolgen zijn van de toenemende macht van techbedrijven, met Google voorop. Hoe beïnvloeden zij ons denken en handelen? Nu en in de nabije toekomst wanneer kunstmatige intelligentie de basis vormt van alle technologie.
Af en toe leest het boek als een spannende detective. Waren er momenten dat nieuwe ontdekkingen jou angst inboezemden?
We denken misschien dat het een broodje aap-verhaal is dat Google straks al een antwoord geeft op een vraag voordat we ‘m überhaupt gesteld hebben. Maar dat is niet zo. In mijn boek beschrijf ik hoe ver het bedrijf al is met de techniek om hun zoekmachine en AI rechtstreeks aan te sluiten op onze hersenen. En waarom straks niemand meer zonder zo’n Google-helm kan. Het is natuurlijk een bizar idee dat we dan advertenties krijgen voorgeschoteld op basis van onze gedachten. Al kun je je afvragen of dat tegenwoordig niet ook al het geval is. Met alle volgsystemen weet Google al heel veel over ons. In De Google formule laat ik zien hoe dat in z’n werk gaat. Het is geen angst, wel vergaande verbazing over sommige, toch wel zorgwekkende ontwikkelingen.
Kun je iets vertellen over de opzet van het boek? Je interviewt Industry Experts. Waarom juist deze specialisten?
De selectie is gemaakt door te googelen. Je kunt je dus afvragen of het wel de beste mensen zijn. Nee, zonder dollen. In de eerste twee delen werk ik samen met journalist Maurits Martijn, die bekend is van internetplatform De Correspondent en het boek Je hebt wél iets te verbergen. Aan de hand van zijn vragen en opdrachten geef ik de lezer inzicht in hoe de algoritmes en de advertenties werken. Ik put daarbij uit mijn eigen ervaringen. In het derde en belangrijkste deel laat ik specialisten uitleggen wat er gaat gebeuren wanneer Google straks al zijn diensten en onze gebruikersdata aansluit op de nieuwste AI. Ex-Googlemedewerkers beschrijven hoe kunstmatige intelligentie al heel lang onderdeel is van alles wat het bedrijf doet. Beleidsmakers vertellen hoe de overheid erop inspeelt dat we over tien jaar waarschijnlijk allemaal rijden in een auto die door Google bestuurd wordt. Universiteitshoogleraar en Spinozaprijs winnares José van Dijck maakt zich zorgen over hoe de overheid haar IT-infrastructuur in de uitverkoop heeft gezet en zo onze persoonsgegevens moet uitleveren aan de servers en algoritmes van Google en andere Big Tech. Het Radboudumc in Nijmegen doet samen met Google onderzoek naar de ziekte van Parkinson. Ik zoek uit hoe zij de privacy van hun patiënten denken te kunnen waarborgen als Google straks eigenaar is van de onderzoeksresultaten. Dat zijn een paar van de onderwerpen die aan bod komen. Een terugkerende vraag is steeds de volgende: hoe kan het dat we allemaal, met de overheid voorop, blindelings lijken te vertrouwen op een bedrijf uit Silicon Valley?
Is De Google formule een kritisch boek?
Zoeken betekent vragen stellen. En schurende vragen leveren vaak de beste antwoorden op. Als je het zo bekijkt is het een kritisch boek. Maar het is ook een boek dat de oneindige mogelijkheden van technologie en AI laat zien. Wel altijd met een waakzaam oog voor de valkuilen.
Meer informatie over het boek hier.