Afgelopen week is in de Verenigde Staten een antitrustzaak tegen Google begonnen. De rechtszaak werd in 2020 onder het presidentschap van Donald Trump aangespannen. Het Amerikaanse ministerie van Justitie beschuldigt het bedrijf ervan zijn dominantie op de zoekmachinemarkt te danken aan een reeks deals – met onder andere Samsung en Apple – om Google als standaardzoekmachine in te stellen, waardoor de markt is gestagneerd, zo schrijft The Verge.
Google is een van de grootste techbedrijven ter wereld, maar het imperium is uiteindelijk gebouwd op één kleine witte zoekbalk. Het ministerie van Justitie zegt dat Google vanaf 2010 anti-concurrentietactieken heeft ingezet om zijn monopolie op de markt voor zoekmachines te behouden. Door Google op zoveel mogelijk plekken standaardzoekmachine te maken, hebben alternatieven zoals Bing en Yahoo geen eerlijke kans gekregen.
Bing vs. Google
Google beweert dat het wordt gestraft voor zijn succes. Volgens het bedrijf uit Silicon Valley komt de markdominantie vooral door de gebruiksvriendelijkheid en de kwaliteit van de resultaten. Als voorbeeld draagt Google aan dat Bing toch ook geprofiteerd zou moeten hebben van het feit dat het als standaardzoekmachine is ingebouwd in Windows-producten zoals browsers. Pikant detail: de vorige grote Amerikaanse antitrustzaak tegen een techbedrijf was die tegen Microsoft in 1998. Die ging ondermeer over de moeilijkheid om de browser Internet Explorer van je Windows-computer af te krijgen. Eén van de redenen dat Google nu een marktaandeel heeft van meer dan 60% met z’n Chrome-browser, waar het uiteraard z’n eigen zoekmachine als standaard heeft ingesteld.
Gevolgen
De uitkomst van het proces – dat nog zeker een aantal maanden zal voortduren – kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de toekomst van de zoekmachine-industrie en de manier waarop techbedrijven hun producten op de markt brengen. Al moeten we nu ook weer niet te veel verwachten. Het is zeker niet de eerste zaak tegen de marktmacht van Google; een miljardenboete meer of minder, daar hoeft het bedrijf – bij een omzet van meer dan 200 miljard euro per jaar – ook niet heel erg beducht op te zijn.
